Ziekte en re-integratie

Wanneer een werknemer uitvalt vanwege ziekte, heeft dat gevolgen voor de relatie met zijn werkgever. Tijdens arbeidsongeschiktheid moet door beide partijen er alles aan gedaan worden om de werknemer weer te laten re-integreren. Er geldt een loondoorbetalingsverplichting van 104 weken (2 jaar). De bedrijfsarts oordeelt over de mogelijkheden van de werknemer om te werken. Indien de werkgever of de werknemer het niet eens zijn met het oordeel van de bedrijfsarts, kunnen ze allebei een deskundigenoordeel aanvragen bij het UWV. De werknemer heeft ook de mogelijkheid om een second opinion aan te vragen bij een andere bedrijfsarts die aangesloten is bij een andere arbodienst.

Re-integratie eerste spoor en re-integratie tweede spoor

Als het niet lukt om de werknemer in zijn eigen functie te laten re-integreren, moet in het tweede jaar een re-integratietraject tweede spoor worden gestart. Er wordt dan niet meer alleen geprobeerd om te re-integreren in de eigen functie (eerste spoor), maar er wordt dan ook gezocht naar een externe werkplek bij een andere werkgever (tweede spoor).

Sancties

De regels die gelden in het geval van arbeidsongeschiktheid zijn niet eenvoudig. Zowel de werkgever als de werknemer hebben verplichtingen en als aan die verplichtingen niet wordt voldaan, dan kunnen er in een uiterst geval sancties opgelegd worden.

Het loon van de werknemer kan opgeschort of zelf stopgezet worden. Als de werkgever niet voldoet aan haar verplichtingen, dan kan zij verplicht worden om nog een derde ziektejaar door te betalen. Deze sanctie wordt stopgezet zodra volgens het UWV aan de verplichtingen is voldaan.

WIA-beoordeling

Tegen het einde van het tweede jaar van de arbeidsongeschiktheid dient de werknemer een WIA-aanvraag in bij het UWV. Het UWV beoordeelt dan of de werkgever en de werknemer voldoende aan re-integratie hebben gedaan. Is dat het geval, dan wordt de werknemer gekeurd voor de WIA. Hebben de werkgever en de werknemer onvoldoende geprobeerd om de werknemer te laten re-integreren, dan legt het UWV een loonsanctie op, deze is maximaal 52 weken. Ingeval van een loonsanctie dient de werkgever het loon van werknemer gedurende de derde ziekte jaar door te betalen. In deze periode moeten de werkgever en de werknemer hun best doen om de werknemer alsnog te laten re-integreren. Als de werkgever kan aantonen dat er voldoende is gedaan aan re-integratie, dan kan het UWV de loonsanctie verkorten.

Conflict

Het komt voor dat er tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid een conflict ontstaat tussen de werkgever en werknemer. De werknemer kan bijvoorbeeld vinden dat de bedrijfsarts een te positief beeld schetst van zijn arbeidsmogelijkheden. De werkgever kan vinden dat de werknemer zich onvoldoende inspant in de re-integratie. In veel van deze conflictsituaties zal de bedrijfsarts aanbevelen dat mediation gestart moet worden. De werknemer kan een second opinion bij een andere bedrijfsarts van een andere arbodienst vragen. De kosten hiervan komen voor de werkgever. Ook is het mogelijk dat de werkgever of de werknemer een deskundigenoordeel aanvraagt bij het UWV. Degene die een aanvraag indient, moet de kosten daarvan dragen.

Mediation

Ingeval de bedrijfsarts of een van de partijen mediation heeft voorgesteld, kan een mediator ingeschakeld worden. Werkgever en werknemer dienen samen een mediator aanwijzen. Let bij het inschakelen van een mediator onder andere op het volgende:

  • MFN- certificaat;
  • onafhankelijkheid, de mediator mag bijvoorbeeld geen connectie zijn van partijen;
  • conflictoplossing in het arbeidsrecht;
  • de kosten.

Contact

Schellart Advocaten is gespecialiseerd in regelgeving die geldt in geval van arbeidsongeschiktheid. Bel ons gerust voor een vrijblijvende afspraak.
Neem direct contact op

Recente projecten

MEER WETEN OVER ARBEIDSRECHT? Neem nu contact op voor advies op maat. Maak een afspraak